"Feyenoord-PSV was van erbarmelijk niveau, maar dat lag niet aan het voetbal"

Trouw

3 december 2023

Eredivisievoetbal laat me vrijwel altijd koud, kouder dan de huidige natuurijstemperatuur. Werp een blik op andere Europese topcompetities en het flitst, danst, sprankelt. Is de Premier League of La Liga veelal een galavoorstelling, dan is de eredivisie een kneuterige klompendans. Onze competitie is de frisdrank zonder prik, hoogstens een Fristi, alleen de vier clubs bovenaan de ranglijst ontstijgen soms het polderniveau.

Voor de kwaliteit moest ik dit weekend afstemmen op Feyenoord – PSV, werd me door allerhande media opgedrongen. Een sleutelwedstrijd, een topper in de titelrace, met dat soort marketingtaal werd ik naar ESPN gelokt. Maar de eerste helft was uiterst braaf, een tikkeltje saai zelfs. Het hoogtepunt was de neuspleister van Feyenoord-spits Santiago Giménez, die de regie lang in beeld hield toen hij nog stond te trappelen in de spelerstunnel.

“Wat doet die pleister op je neus?”, vroeg verslaggever Joep Schreuder hem al eind september na een hattrick tegen Ajax.

“Ik werk aan mijn ademhaling. Dat doe ik naast de gewone trainingen. Degene die me daarbij helpt, gaf me dit en het is echt fantastisch. M’n neusholte gaat ervan open en ik adem veel beter”, zei Giménez.

Ik had na dat interview opgezocht of er ooit enig wetenschappelijk bewijs was gevonden voor betere ademhaling, maar dat bestond niet. Giménez was het slachtoffer geworden van een charlatan, bijgeloof, of een combinatie van die twee. Maar dat maakt niets uit, ik was al geïntrigeerd door zijn keuze voor een pleister. Het is weer eens wat anders dan een geluksonderbroek, gewaagder bovendien.

Enerverender werd het pas toen Peter Bosz en Arne Slot hun krijgswetenschappelijke vernuft in de rust aan hun ploegen oplegden. Bosz-bal tegen Slot-bal, mastodonten van de lage landen, dat is waar ik een kleine week naar had uitgekeken. Hoge druk tegen hoge druk, vuur tegen vuur, aanval op aanval. De keuze voor die tactiek maak je alleen als de achterhoede met vlagen precair is, zoals beide ploegen achterin soms weifelden van onbenul. Maar het brak zowaar open, als een grijze dag waarop de zon zich toch even liet zien. Slot wierp Feyenoord terug op zijn impulsieve, vechtende basishouding. PSV bleef geordend, gedecideerd, een eenheid. Dat verklaart het verschil van tien punten.

Het duurde een kwart wedstrijd, maar in die twintig minuten werd ik toch even overvallen door blosjes op de wangen. Even ontsteeg de eredivisie de palingsoap, even werd ik overvallen door een vleug escapisme, even het gevoel alsof niets anders ertoe deed dan slagveld De Kuip. Luuk de Jong leek tien jaar jonger, was alles waar bondscoach Ronald Koeman voor het EK nog naar zoekt. Allesbehalve zelfzuchtig, in dienst van zijn ploeg, alleen de kraaienpootjes verraadden zijn ware leeftijd.

Maar de blessuretijd was weerbarstig en maakte van de Kuip alsnog een moordkuil. “Kanker De Jong, kanker De Jong”, zongen enkele supporters in De Kuip. De wedstrijd werd niet stilgelegd. Dat is waar we beland zijn, waarom de eredivisie me steeds vaker koud laat. Misschien is er maar een oplossing: serveer nog alleen wat we verdienen, die zachtroze zuiveldrank.