"Er kwam geen enkele profvoetballer uit de kast – en ook dat is hoopvol"

Trouw

18 mei 2024

Er zou vrijdag sportgeschiedenis worden geschreven. Ik werd wakker met dezelfde spanning in mijn lijf als voor een topwedstrijd. Een plezierige onrust, het gevoel alsof er iets te gebeuren stond waarnaar ik wekenlang had toegeleefd. De datum stond rood omcirkeld in mijn agenda, ik werd door talloze redacties gebeld over waarom ik reikhalzend naar de collectieve coming-outdag uitkeek. Ik vertelde dat ik nooit had gedacht zo’n moment mee te maken, dat ik het gevoel had dat de samenleving daar nog lang niet klaar voor was, dat er hoop, lef en trots voor nodig zou zijn, maar van een andere orde dan ons nieuwe kabinet nastreeft.

Ik had nooit gedacht zo’n dag mee te maken, en maakte die ook niet mee. Ik ververste de website van initiatiefnemer Marcus Urban elk uur. In de ochtend was de pagina uit de lucht, later op de dag bleek dat er geen enkele voetballer uit de kast zou komen. Had Urban zijn collectieve coming-outdag te ver opgepompt? Laten klappen? Had hij zichzelf overschreeuwd? Bestonden de voetballers waarover hij het had wel? En zo ja, waarom waren de spelers allemaal op de zwembadrand blijven staan terwijl ze hadden afgesproken om te springen?

Jaren geleden probeerde ik eveneens om zoveel mogelijk sporters ervan te overtuigen op hetzelfde moment uit de kast te komen, maar werd toen door allerlei sportbonden en belangenorganisaties voor gek verklaard. Niemand zou meewerken aan een collectieve coming-outdag, werd me verteld. Sporters willen vooral sporter zijn, privé en werk gescheiden houden, net als ieder ander.

Maar ik geloof dat mensen pas hun maximale potentieel kunnen benutten als ze ook zichzelf kunnen zijn, dat het noodzakelijk is je vrij te voelen om tot een topprestatie te komen. Een collectieve coming-outdag zou de media-aandacht en druk op elk individu evenredig kunnen verdelen, waardoor iedereen en tegelijkertijd niemand volledig in de belangstelling zou komen te staan. Ik geloofde in hetzelfde concept als Marcus Urban, maar het kwam nooit van de grond.

Een coming-outdag waarop niemand uit de kast komt voelt als een deceptie. Misschien hadden de sportbonden die ik destijds sprak gelijk. Misschien was Marcus Urban koppiger dan ik. Misschien wilde hij vooral geloven dat het kon. Dit weekend las ik in deze krant dat ‘het slecht nieuws was voor voetballers die nog in de kast zitten en op deze dag hadden gewacht’ en dat ‘de drempel voor een volgende keer in ieder geval weer hoger komt te liggen’. Ik betwijfel dat.

De afgelopen weken heb ik nauwelijks negatieve reacties gelezen op het initiatief om sporters tegelijkertijd uit de kast te laten komen. Profclubs spraken hun steun uit. De media waren over het algemeen positief. Atleten die na hun carrière uit de kast kwamen, zagen een mogelijkheid waar ze zelf gebruik van hadden willen maken. Als deze coming-outdag waarop niemand uit de kast kwam iets duidelijk heeft gemaakt, dan is het wel dat het mogelijk moet zijn, dat de samenleving toleranter lijkt dan ik tot voor kort had gedacht.

Het zal niet makkelijk zijn, er is hoop, lef en trots voor nodig. Maar ik geloof dat het kan.